21 - 28 november

29 november 2019 - Portimão, Portugal

Lissabon. Na het ontbijt en een douche (de voorzieningen zijn niet “je van het”, zeker niet in relatie tot het hogere haventarief, maar er is warm water) snel de stad in. Even in de kuip van de boot zitten is trouwens ook niet zo’n goed plan, want het verkeer over de Taagbrug maakt behoorlijk herrie.
Het is zonnig, en een koffie met nata bij de koffiekiosk op het miradouro de Santa Catarina gaat er best in. Ik ben op de fiets, en ga kris kras de winkelstraten door, langs het vervallen klooster Convento do Carmo, het moorse kasteel Sao Jorge en beklim de toren van de nabijgelegen kerk waar je op een deel van het kasteel kijkt (dan hoef je er niet in) en waar je een mooi vergezicht hebt over Lissabon. ‘s Avonds met Joost afgesproken bij de Rua do Norte, het hart van Bairro Alta om daar wat te drinken en eten. Joost heeft een muziekuitvoering gevonden daar vlakbij, dus daar gaan we eerst heen. Piano en (opera)zangeres. Frans gezongen (maar voor mij grotendeels onverstaanbaar, door de stem-uithalen...) en Portugees ondertiteld (grotendeels geen idee wat er staat....). Ik maak er wel uit op dat het over tragische liefde gaat (safe guess). De mimiek maakt indruk... Daarna een eettentje opgezocht. We belanden in een druk bezet restaurantje waar fado wordt gezongen. Mooi sfeertje.

De volgende dag bezoek ik MAAT. De oude elektriciteitsfabriek blijkt nog helemaal compleet en een bezoek waard. Daarnaast in een golvend gebouw een interessante tentoonstelling van interactief spel en hoe dat mensen kan beinvloeden (o.a. het oude tv-spel “Pong”, uitgebreid met console waar je je hand op moet leggen, die vervolgens gepijnigd wordt als je de bal mist....). ‘s Avonds naar een boekhandel op LX Factory (à la westergasfabriek) waar stomme film wordt getoond met live muziekbegeleiding. Helaas geen komische film maar van ene George Méliès, die in de beginjaren van de film al experimenteerde met fantasie, illusie en special effects. Tsjonge, jonge, wat een cultuur allemaal.... hoog tijd om weer eens te zeilen (en de windrichting is nu nog goed, dus daar wil ik van profiteren).

De volgende stop is Sines, zo’n 58 mijl varen. De wind staat mee, maar valt aan het einde vd middag weg, dus beter om vroeg te vertrekken. Om 4 uur op, dus vroeg de kooi in. We motoren in het donker, tegen de (lichte) wind in, de Taag uit, en daarna motoren we nog een uur, weg van het land, om meer wind op te pikken. Het wordt zo’n 4 beaufort met 4 a 4,5 meter hoge golven schuin van achter. We varen grotendeels met de genua op de boom en het grootzeil (met bulletalie) aan de andere kant. Werken hoor dat zeilen, duurt toch ff voordat alles voor de wind allemaal goed staat. Als het niet te hard waait dan doe ik dat zonder me aan te lijnen, vaak ook zonder reddingsvest (en zéker zonder zo’n onding als een kruisband), vooral omdat ik bewegingsvrijheid wil. Joost vindt dat maar niks. Ik ben in alle opzichten minder voorzichtig. Mooi woord eigenlijk: heeft “vooruitzien” in zich en “voorzorg nemen”. Het verschil zit hem in het moment en de mate van voorzorg, ik maak me daar in vergelijking minder druk om. Enfin, de Abalone loopt weer lekker. Prima snelheid, zonnetje erbij, boekje lezen en begin vd middag zijn we al in Sines. Daar krijgen we één van de lege boxen toegewezen en worden we keurig geholpen met aanleggen. Is overigens geen wonder dat het niet zo druk is in deze haven. Ondanks dat er weinig wind staat, komt er swell binnen en we moeten veel en zo lang mogelijke lijnen gebruiken, om niet teveel te schommelen en dansen onder het gekraak van touwen... Sines is een prettige plaats zonder opsmuk, met een leuk strandje en een paar aardige terrasjes. We drinken een lokaal gebrouwen biertje in de brewpub Saccarabos met uitzicht op de haven en de zonsondergang.

Nog maar één stuk zeilen naar de Algarve. Wèl zo’n 80 mijl naar Lagos (tussen Sines en Lagos zijn geen andere havens) en volgens “Windy” is er de komende dagen maar één voldoende lange periode waarin er genoeg wind staat en dat is vanmiddag tot en met morgenmiddag. Joost komt tot dezelfde conclusie als ik: We vertrekken eind van de middag en zeilen de nacht door. Om een gebied met minder wind vóór te zijn, moeten we uiterlijk om 1300 uur bij Cabo Vicente zijn, de zuidwestelijke punt van Portugal. Het is tegenwind, dus al kruisend een langere afstand te varen met 3 bft (met uitschieters tot 20 knopen) en een, relatief lage, golfhoogte van tegen de 2 meter: ik denk dat het 18 uur kan duren tot we bij de kaap zijn (in een rechte lijn 56 mijl) en dan zijn we voor zonsondergang in Lagos (20 mijl verder).

Er moet wel goed gegeten worden vanavond, dus ik maak alvast een pan eten klaar. Rijst met kalkoen, snijbonen, appel en kerrie, kokos, room. Is weer een hele pan vol. Om half vijf vertrekken we uit de haven en moeten we weer een eindje uit de kust motoren om wind op te pikken. Het is zuidwestenwind en zal later een beetje ruimen. Nu maar ‘ns kijken welke koers bezeild is. Blijkt niet tegen te vallen, we halen 255 graden met een snelheid over de grond van tegen de 5 knoop. Het lijkt wel of we 0,5 tot 1 knoop stroom tegen hebben, want de snelheid over de grond is lager dan die door het water. Vreemd, maar ik heb er geen andere verklaring voor. De golven zijn korter dan ik de laatste tijd gewend ben. We houden dit zo’n 3 uur vol en voordat mijn wacht om 20:00 uur begint (wachten van 4 uur om een beetje aan rust toe te kunnen komen) warm ik het eten op. Mmwbhh.., al roerend in de pan voelt m’n maag niet lekker aan. Beetje een wee gevoel.... , moet even naar buiten. Weer binnen neem ik toch maar een pilletje en hoop dat het gevoel wegtrekt... Als het eten warm is, snel opscheppen en snel weer naar buiten. Gelukkig smaakt het Joost goed, maar ik krijg geen hap binnen. Bij het begin van mijn wacht gaan we overstag. Aah, welkome verrassing, we maken een hoek van iets minder dan 90 graden en het is nèt bezeild naar de kaap. Tijdens m’n wacht knap ik weer op en geniet ik van de nacht. Na de wachtwisseling lukt het me niet te slapen (daar heb ik meestal moeite mee, totdat ik echt moe wordt). Het starten van de motor, omdat de wind minder wordt, helpt daarbij ook niet, dus ik ben op tijd weer aan dek. Vlak daarna neemt gelukkig de wind weer toe, motor uit, en zeilend ronden we de kaap in het donker, 6 uur voor op schema. Rond de middag meren we af in een zonnig Lagos, 94 mijl gevaren.

Ik dacht me nog wat van Lagos te herinneren, van onze vakantie in 1991 met een kleine Anouk en Linnette, maar het komt me niet bekend voor. De marina is goed geoutilleerd, zeer goed beschut, en is in de winter niet zo duur als ik had gehoord/gevreesd (we betalen 27 euro). Het is een gezellige plaats met mooie rotsen en baaitjes in de buurt. Bij de vismarkt halen we een paar moten caçao. Blijkt hondshaai te zijn en zit niet heel veel smaak aan, maar met een “prutje” van venkel, bleekselderij en spitskool gekruid met pimiento en een paar theelepels cup a soup is het toch lekker. Heerlijk toch, om aan boord lekker, gezond en gevarieerd te eten (en handig dat er een hakmachine is 😉).

Joost wil graag verder naar Faro. Waarschijnlijk kan dat nèt, als we profiteren van de wind in de middag en vroege avond. Dat gaat echter niet door, want er wordt een noodreparatie gedaan aan de voetgangersbrug en die gaat uiteindelijk pas aan het eind vd middag weer open. Het wordt dus Portimao, 6 mijl verderop.

In Portimao komen we in het donker aan. We meren af aan een langssteiger, die de volgende ochtend voor VIPs blijkt te zijn. Precies goed dus.... Vanaf Galicië is dit de beste marina tot nu toe: Beschutte ligplaatsen (wel beter om in het zuidelijk gedeelte te liggen), prachtige goede douches, echt aan boord werkende wifi, zeer vriendelijke receptie, vlakbij strand, loopafstand naar het centrum en een wintertarief van 20 euro. Er liggen hier dan ook behoorlijk wat overwinteraars.

De volgende dag is het prachtig weer en nagenoeg windstil. Tijd om de aansluitingen van de windmolen te controleren en te meten of hij stroom levert als hij ontkoppeld is en de wieken handmatig worden gedraaid. Eerst even een youtube filmpje bekijken hoe zo’n stroommeting met een multimeter werkt...., er moet een lampje tussen (wat stroom verbruikt). En hoera, er is stroom, dus de molen werkt. Misschien zit er een probleem in de lader, maar dat kan ik pas controleren als er wind staat...

De volgende ochtend na het afscheidsdiner bij Taberna de Portimão (de inktvisjes en de bacalhau smaken goed omringd door rustige, live, gitaarmuziek), vertrekt Joost met de FaroShuttlebus naar het vliegveld.

Voordat ik naar huis vlieg, de 17e december, tijd genoeg om de rest van de Algarve te ontdekken. Dat is weer anders in m’n eentje, maar ik heb er zin in. Nu eerst de was doen en de boot schoonmaken....

Foto’s

5 Reacties

  1. Joost:
    2 december 2019
    Was een leuke reis! Dank voor de goede verzorging. Graag gehakt.
  2. Paul:
    2 december 2019
    Zeeziek geworden Hans? Nog steeds niet genoeg 'ingeslingerd' 😉.
  3. Hans:
    2 december 2019
    Ik moet nog meer zeilen denk ik...
  4. Linnette:
    3 december 2019
    Leuk verhaaltje weer 😊 geniet ervan!!
  5. Mama:
    3 december 2019
    Genoten van je verhaal, maar geen risico’s nemen alsjeblieft!