29 juli - 7 augustus

Ongeveer met hoogwater kom ik aan in Paulliac. Er staat nog wat stroom in de haven, dus box uitgekozen tegen de stroom in. De hulp op de steiger helpt niet zo handig (dat komt verbazingwekkend vaker voor...), maar de boegfender komt van pas en het lukt allemaal weer. 

Paulliac is een rustige plaats (ook nu in het hoogseizoen), wat oude gebouwen paar cafeetjes en restaurantjes en verder niks bijzonders. Wel een poort naar de Haut Médoc, met veel wijnhistorie en fameuze chateaus. Eerst een bezoekje aan het toeristenbureau. Blijkt open dag te zijn bij de vignerons die aangesloten zijn bij de, vrij recente, appellation « Cru Artisan ». Dus hop op het fietsje en een paar nabijgelegen viticulteurs bezocht voor wat uitleg en een proeverijtje. De eerste, Chateau Osmond, is al een schot in de roos. Niet alleen vanwege de wijn, maar ook omdat de eigenaar ook een zeiler is en met zijn zeilboot in Paulliac ligt. Hij heeft wel wat tips voor me. Maar eerst zijn wijn proeven. De appellation Cru Artisan is vergelijkbaar met de al lang bestaande appellation Cru Bourgeois, maar is bedoeld voor meer kleinschalige vinificatie (gemiddeld 10 hectare) waar de eigenaar zelf aanwezig is tijdens het hele proces. Toelating wordt beoordeeld door een professionele jury, grotendeels op basis van een blindproeverij. Zoals alle appelations hier, hebben ze flink wat hout en daar moet je van houden. Volgens één van de viticulteurs hield de invloedrijke wijnrecensent Robert Parker hier nogal van en nu hij overleden is wordt de weg meer geopend naar wat makkelijker toegankelijker wijnen. De 2010 bevalt me, dus daar twee flesjes van gekocht (voor 9,50 per fles, een cru artisan is i.h.a. schappelijker geprijsd dan een cru bourgeois). De lastigste factor bij het wijnmaken is het klimaat. Chateau d’Osmond zegt de trend van opwarming te kunnen merken; de temperatuurgrens waarin de cabernet sauvignon goed gedijt schijnt gemiddeld elk jaar zo’n 5 km naar het noorden op te schuiven en er zijn hier en daar al gedachten om te gaan experimenteren met andere rassen (uit Spanje). Voor de Cru Artisan viticulteurs is 10 ha overigens niet voldoende om er een volledig salaris uit te halen, dus vaak doen ze ook nog ander werk. Dit in tegenstelling tot de grote wijnhuizen zoals Mouton Rothschild etc. etc. Gezien de optrekjes die die hebben, wordt daar behoorlijk verdiend....

Enfin, ik ben ook benieuwd naar de vaartips, en laat weten dat ik graag naar Bordeaux wil. Hij op zoek naar een kaart en na wat zoekwerk meegetroond naar de keukentafel. Hij wijst aan waar we nu zijn en waar Bordeaux ligt ‘Je kan het beste deze route nemen... met de bus....’ Hij raadt sterk af om met de boot te gaan, want de haven (bassin 2) daar is ongezellig en naar zijn eigen ervaring is het lastig om daar op het juiste tijdstip met hoogwater weg te komen omdat ze de brug niet willen draaien vanwege de trams. De busrit duurt 1,5 uur, is veel relaxter en een retourtje kost 4,30.

Als ik wat verder de Gironde op wil varen beveelt hij me aan om naar Bourg te gaan.

De volgende dag met zonsopkomst bij de bushalte, en Bordeaux verkend. Eerst bij de haven gekeken. Er zijn prima steigers, maar voor de rest is het een grote bouwput. Wie weet wordt het ooit nog wat. Bordeaux is en wordt flink opgeknapt, het centrum is gezellig en ziet er piekfijn uit. Lekker, halve glaasjes, wijn geproefd in de wijnbar van het École du Vin (de clairet van Turcaud, een stevige donkere rosé, vind ik erg lekker), geluncht bij Petit Commerce en naar het museum Cité du Vin. Opvallend weinig uitleg over het maken van wijn, het gaat meer over de passie en beleving van oudsher tot nu. Interessant is de afdeling met geuren, waar je kan testen of en wat je ruikt.

Na de volgende dag nog een fietstocht te hebben gemaakt langs een aantal grotere Chateau’s (helaas geen proeverij, want dan moet je ruim vooraf reserveren) de trossen los op weg naar Bourg.

Paulliac - Bourg is zo’n 16 mijl, met stroom mee ongeveer 1,5 a 2 uur varen. Vertrek uit de box ongeveer 1 uur voor hoogwater, ik heb dan ook nog tegenstroom in de box zodat ik er goed uit kan varen. Geen hulp op de steiger: weer trucje uitgehaald door zachtjes met de boegfender tegen de steiger aan te varen en met het roer opzij tegen de vingersteiger aan te sturen, zodat ik rustig alle lijntjes kan losmaken en me daarna achteruit kan laten zakken.

Er staat net genoeg wind uit de goede richting en heerlijk gezeild naar Bourg. Eerst aan stuurboordswal en voorbij Ille Nouvelle naar Blaye overgestoken en verder via bakboordswal. Oppassen dat de stroom me daarbij niet op de ondieptes zet, de ware koers is bij oversteken ca. 45 graden groter dan de kompaskoers...

Net voor schemering in Bourg. Ik hoop dat er plek is voor me want ik kon ze niet bereiken (later kreeg ik de goede tel.nrs: Monsieur Yvan GRILLET 05.57.68.31.72 ou 06.72.45.36.81). Gelukkig is de stalen ponton nog vrij. Die zou plaats moeten bieden aan twee bezoekers, maar het is makkelijker om asociaal in het midden te gaan liggen. De ponton ligt langs de kant van de rivier, en het stroomt nog flink. Gelukkig goeie bolders, dus ik kan een lijn die ik op de middenkikker en via een blok bij de achterkikker naar de kuip heb geleid, om een bolder heengooien, strak trekken en zo met de motor in de vooruit (met behoorlijk veel gas) de boot tegen de stroom tegen de ponton aanvaren. Vervolgens goed vastmaken zodat de boot goed op de stroming blijft liggen. Pfoe, blij dat dat weer gelukt is. Tijd voor een wijntje.... 

‘s Ochtends komt er iemand het havengeld incasseren. Hij vond het prima dat ik in het midden van de ponton lig (ik bleek de komende 3 dagen ook de enige bezoeker te blijven) en 3 dagen kosten samen 20 euro. Kijk dat is een tarief wat ik overal wil hebben.

Blij dat ik hierheen ben gegaan. Is een gezellig plaatsje met oude gebouwen, mooi pleintje, vrij rustig, niet erg toeristisch.

Ook hier een en al wijnstokken. Dit gebied heet Cote de Bourg (dat had ik kunnen weten...). Het landschap is hier glooiender en lieflijker dan de Médoc. De wijnhuizen zijn i.h.a. minder prestigieus. De wijn wat aantrekkelijker geprijsd dan de Médoc, maar vaak ook van uitstekende kwaliteit. Bij het Maison du Vin staat een viticulteur, waarvan ik wijn proef en een paar flesjes koop van 2015. Hij heeft zo’n 15 ha en dat is genoeg om van rond te komen. De (elektrische) fietstocht onder begeleiding van een conferencier naar een paar wijnhuizen (met uiteraard weer een proeverij) gaat helaas niet door, dus ik reserveer een bezoek aan de citadelle. Daar ben ik de enige bezoeker en krijg een privé-rondleiding, dus ook een prachtige oefening in de franse taal. Van de citadelle zelf zijn alleen muren en fundamenten over, de rondleiding gaat vooral over de verzameling paarden-rijtuigen en de ondergrondse opslag van brandstof in de 2e wereldoorlog van het duitse leger.

Op de terugweg

De wind komt de komende dagen uit Noord West en neemt toe in kracht. Met wind tegen stroom kan er ongemakkelijke golfslag komen op de terugtocht. Beter om nu te vertrekken terwijl er nog weinig wind is. In één tij naar Port Médoc in de monding van de Gironde. Een uur voor hoogwater weg uit Bourg, met een beetje stroom tegen tot Blaye, waar ik hem meekrijg tot Port Médoc. Rustige tocht op de motor. Port Médoc is een moderne commerciële haven. Geen authentieke sfeer. Soulac sur Mer schijnt een leuke plaats te zijn, dus daarheen gefietst. 8 km via een fietspad door het pijnboombos. Soulac blijkt wel heel erg toeristisch en valt me wat tegen. Wel mooi strand waar ik in zee afkoel want het is erg warm. Zo’n 37 graden. In de haven lig ik helaas uit de wind, dus ben blij met mn ventilatortje (aanbevolen: caframo ultimate, geeft een prima luchtstroom en gebruikt maar 0,3 Ah). De volgende ochtend is er de Course Des Phares. Een loop van 10 km. Met de ervaring van Alderney kan ik dat niet laten schieten, ondanks de hitte en geen tot weinig training. Moet wel vooraf een medisch keuringscertificaat inleveren, dus ik presenteer mn Seafarers Medical...., vinden ze ook goed... Zo’n 150 deelnemers waarvan veel atleten. Ik doe er een uur over en eindig als 117e. Geeft toch weer veel voldoening (en een fles médoc).

De laatste nacht voor anker gegaan net buiten de haven, scheelt weer havengeld. Goede ankergrond en rustig gelegen. s’Ochtends om 4 uur weg om de stroom mee te hebben de Gironde uit. De eerste twee uur geen wind dus op de motor, ook een stukje afgesneden van de betonde vaarroute. Kon makkelijk: rustig water. Geen spoor van 5 meter hoge golven en brekers waarvoor dringend gewaarschuwd wordt. Dat treedt waarschijnlijk pas op met hardere wind gecombineerd met hogere binnenrollende oceaandeining en wind tegen stroom. Na twee uurtjes varen neemt de wind toe en, Ile d’Oleron rondend, kom ik uiteindelijk met een schijnbare wind van 30-34 knopen aan de wind zeilend bij Boyardville (gelukkig onder beschutting van het eiland). Tocht van 60 mijl in 9,5 uur. Er staat teveel golfslag om hier nu plezierig voor anker te liggen, dus de haven binnen gevaren nadat ik in deze wind het hele ritueel weer heb afgewerkt: zeilen inrollen, 6 stootwillen en 6 lijnen. In de haven is het rustig en warm....