Het einde van de wereld en verder

26 juli 2022 - Combarro, Spanje

Costa da Morte

‘s Ochtends vroeg vertrekken we uit A Coruna. We gaan naar Camariñas en daar stapt Michiel een paar dagen op, voordat hij de veerboot neemt van Santander naar Portsmouth. Ongeveer 55 mijl, en het ziet ernaar uit dat we goede wind hebben. Moeten we wel eerst een stuk uit de kust varen om die op te pikken, want in de buurt van A Coruna zou er ‘s ochtends nog weinig wind zijn. Inderdaad, en het is ook nog behoorlijk mistig. Die kille nevel kwam gisteren aan het eind van de middag al over de stad heen. We werden wakker van een misthoorn, nu we de haven uitvaren klinkt die weer. Is van een groot cruiseschip dat bij de haveningang manoeuvreert. Terwijl we hem van achter passeren kunnen we maar net de boeg zien.

Het duurt toch wel lang voordat er een (fris) windje komt, ruim 2 uur motoren, maar dan kunnen we heerlijk zeilen, lucht is opgeklaard en de temperatuur is lekker. Laatste stuk is de wind weer weg, dus dat gaat weer op de motor en we zoeken een ankerplaatsje uit voor het strand bij Camariñas. Michiel is er over een uur of zo, dus voor ons een mooi excuus om een terrrasje op te zoeken en alvast wat te drinken. Er is een helling waar we met het bijbootje aanleggen. Op het terrasje is het erg levendig (of luidruchtig), want de inwoners vinden het een mooie tijd voor een biertje en een kletsverhaal…

De volgende dag staat er niet veel wind, maar net genoeg om samen met Michiel met het bijbootje naar de haven te zeilen (leuk om zo te spelevaren) en boodschappen te doen bij de supermarkt. Het wordt paella met mosselen en garnalen.

We gaan naar het einde van de wereld. Michiel met de auto, wij zeilend. Meer dan 2000 jaar geleden werd het meest westelijk gelegen deel van Spanje als het einde van het land beschouwd. De Romeinen noemden het Fisterra. De bisschoppen hebben er sinds de 12e eeuw handig gebruik van gemaakt door er een pelgrimsroute heen te maken vanuit Santiago. Het is een ruig stuk kust waar vele schepen zijn vergaan en waar het vaak 1 à 2 beaufort harder waait dan voorspeld. We zijn benieuwd. 

We zeilen voor de wind en het waait niet bijzonder hard, niks spannends. Fisterra heeft een betonnen ponton aan de rand van de haven, waar je vrij kunt afmeren. Er is plek voor max. 6 boten en er ligt er 1. Hier pikken we Michiel weer op. Eerst een bezoek aan de supermarkt en we doen een cafe con leche op een gezellig terrasje (O Rincon). We krijgen er een heerlijk stukje flan bij. Dit wordt ons vaste terrasje de komende dagen en er zit steeds weer iets anders lekkers bij de drankjes (die half zo duur zijn dan in nederland, we merken niks van inflatie). Daarna gaan we in de buurt een ankerplaatsje opzoeken, dat lijkt ons gezelliger liggen en beter met de aankomende harde wind uit het noorden.

Die wind komt ‘s nachts. Direct maar weer naar 30 knopen (waarschijnlijk versterkt door de heuvels), en af en toe minder waardoor de boot behoorlijk gaat zwieren. En vervolgens draait de wind nog naar het oosten ook… en in die richting hebben we weinig beschutting van de golven. Grrrr… dat had geen enkel weermodel voorspeld. Golven worden steeds hoger en we liggen behoorlijk te rukken aan de ankerketting. Ik ga er regelmatig uit om te checken of de ankerklauw niet verder verbuigt of van de ketting schiet (omdat de borging niet meer werkt). Eigenlijk zou het beter zijn om een nieuwe snubber te maken met sterke veren in de lijnen die beter de rukken kunnen opvangen. Tussentijds kom ik niet in slaap… Enfin, geen nachtrust. ‘s Ochtends draait de wind weer naar het noorden en luwt het wat. We roeien met het bootje naar de kant , sjouwen het het strand op en wandelen naar het eind van de wereld (da’s maar 4 km), na eerst een koffietje. Het is nevelig en het is moeilijk te zien waar de zee ophoudt en de lucht begint. Het pad van de camino gaat langs de doorgaande weg. Terug nemen we een veel leuker onverhard pad.

Michiel stapt van boord (was erg gezellig, maar hij moet ook weer verder), dus we gaan aan de ponton liggen en blijven daar nog twee nachten want er staat nu te weinig wind. De brede ponton is handig om eindelijk de naam op het bootje te plakken: “Abaloontje”.

Ria de Muros y Noia

We gaan naar Muros. Minder wind dan voorspeld, maar het grootste deel kunnen we toch zeilen, met eerst ruime en daarna voor de wind. Onderweg kruisen we een andere HR382. Wij zijn er eerder…. en ontvangen ze op de steiger (het was geen wedstrijd, maar toch….). Prima haven en een gezellig authentiek stadje. Vandaag wat kouder en kans op regen, maar dat valt mee. Er staat weer een wandeling op het programma…, dus naar het toeristenbureau voor info. Die hebben het helaas niet erg begrepen. Ze bevelen ons aan om met de auto 5 km te rijden en daarvandaan een uurtje te wandeken naar de Pietrogliefen of Monte Louro. Verder hebben ze geen wandelingen. Volgens ons kan je daarheen ook prima wandelen vanuit Muros zelf. De app “maps.me” blijkt weer handig. Onze wandelroute voert eerst naar het Mosteiro de San Francisco en we lopen de kruisgang naar boven met mooie vergezichten. Daarvandaan moeten we via de rotsen een ander pad vinden. Helaas, we vinden het niet…. Achter het Mosteiro zien we een ander pad. Terug naar beneden en langs het Mosteiro naar dat pad. Langs een eindeloze muur over steeds natter wordende grond. Helaas, we vinden het niet. Dan maar door het struikgewas naar boven. Helaas, steeds meer stekelige takken. Beschramd komen we op een pad, waarlangs we bij de oude Pietrogliefen komen. Die zijn nauwelijks te zien. Wat uitgesleten cirkels in stenen. Volgens wetenschappers is het ofwel een kalender ofwel een offerplaats. Tsja.

En toch was het weer een mooie wandeling en genieten we na, met een wijntje op een terrasje…

Tijd voor een volgende plek. Noia schijnt een bezoek waard te zijn. Dit was in de middeleeuwen een belangrijke havenplaats. Inmiddels is de ingang verzilt. We kunnen er met onze diepgang niet dichtbij komen, maar waarschijnlijk wel 1 a 2 mijl vandaan ankeren (voorbij Freixo, bij een strandje) en de rest met het bijbootje. Volgens Navionics is het er diep genoeg, volgens NV-verlag niet en de pilot is onduidelijk. Volgens de havenmeester heb je een loods nodig…. Maar volgens een review op Navily heeft iemand er in de buurt geankerd in 2 meter diepte. We gaan het zien.

Het blijkt er diep zat, we ankeren in 4 meter diep water (LAT). We zijn de enigen hier. Met Abaloontje motoren we de 1,5 mijl naar Punta Testal, waar we af kunnen meren aan een steiger. Daarna nog 3 km lopen naar Noia (heen over de brug, terug via de andere kant van de verzilte haveningang). Best een aardig stadje met een paar oude straten en gebouwen, maar er is niks in terug te vinden van een oude havenstad. Al met al wel weer een leuke wandeling. Terugvarend zie ik plotseling een vin. En dan een rug. Een flinke dolfijn zwemt met ons mee. Waar is ie gebleven. Hij duikt vlak naast ons bootje weer op, ik kan hem bijna aanraken en hij is bijna net zolang als het bootje. Zo’n 3 meter schat ik. Waarschijnlijk 150 of 200 kg. Mooi, maar ook schrikken, want ik heb geen idee wat voor capriolen hij uithaalt. Hij blijft meezwemmen tot bij de boot en terwijl we weer aan boord zijn, zwemt Dolfijn eerst rondom de ankerketting en daarna gaat Abaloontje plots varen. De meerlijn zit achter de vin van Dolfijn. Dolfijn gaat over de meerlijn, wikkelt die om zijn snuit, wrikt dat weer los, enzovoorts. Abaloontje takel ik, naast de boot, net uit het water. Dat helpt. ‘s Ochtends worden we wakker van gesnuif en geborrel. Daar is Dolfijn weer.

Ria de Arousa

De volgende ria is groter met (schier-) eilanden, kleine strandjes en baaitjes en veel ankermogelijkheden: Ria de Arousa. We gaan de beschutting voor de noordoostenwind opzoeken bij een ankerplaats voor het strand bij Escarabote / Boiro. Bij de ingang van de ria zeilen we vlak langs de rotseilanden en verderop moeten we ook goed op de kaart kijken om de marine farms te omzeilen (grote velden met vlotten, waar schaal-/schelpdieren worden gekweekt). De ankerplek is niet druk en we liggen daar goed. Het is prima weer, niet te warm en ‘s avonds koelt het flink af. Lekker slapen dus. Opvallend is wel dat het steeds stevig door blijft waaien. En over de heuvels is de wind vlagerig, de windkracht varieert van 4 tot 6. Het is een mooie baai om met Abaloontje te zeilen. Ik kan het niet weerstaan en ga het, ondanks de harde wind, proberen. Het optuigen blijkt al een uitdaging, met een klapperend zeil de mast erin zetten vanaf de boot. Maar goed, het lukt en ik zeil. Nou, dinghy-zeilen is, vooral met de vlagerige wind, toch een kunstje dat ik beter onder de knie moet krijgen. Ik ga niet om, maar het scheelt niet veel, en ik ben blij dat ik een hoosvat bij me heb…… Maar het is wel gaaf, en af en toe zit er flink snelheid in.

Eerder vandaag hebben we gewandeld naar Cabo de Cruz en langs twee andere mooie ankerplaatsen Praia de Carregueiros (beschut tegen noordelijke wind) en Praia Chazo (beschut tegen westelijke wind) gelopen. Relaxte familiestranden  waar het niet druk is. Terug via het bos (weer Eucalyptus).

Voordat we naar een volgende ankerplaats gaan, zeil ik met Abaloontje naar de haven van Escarabote voor een kopje koffie en wifi, om wat nummers van Spotify te downloaden en foto’s te uploaden. Heerlijk zo. Er staan wat kermisattracties op de kant. Lekker ouderwets vermaak, met schommelende bootjes vernoemd naar de belangrijkste havenplaatsen hier. Beter dan al die luidruchtige spectaculaire attracties (zal de leeftijd zijn…..). Op het plein doen ze een wedstrijdje met gooien van schijven. Een soort jeu de boules. Prachtig.

Ik wil graag naar Cambados, maar er zijn daar geen of nauwelijks mogelijkheden om in de haven te liggen en voor de haven ankeren is ook niks. Er is wel een beschutte ankerplek tussen Isla Toja en Isla Toja Pequena. Daarvandaan varen we met Abaloontje naar Cambados, wat een oud stadje is en de hoofdstad van de Albariño wijn. Uiteraard willen we die proeven en zoeken naar een cafe in het verlengde van de oude haven. Leuke buurt, met verderop een strandje (playa a Mouta) waar veel jongeren zijn, maar verder erg rustig en nul terrasjes. Dan maar de andere kant op. Daar wordt het plots erg toeristisch met veel vinoteca’s, terrasjes en oude wijnhuizen. Ziet er piekfijn uit, maar wel erg druk. Het is ook nooit goed hè…. Door de poort van Gil Armada komen we in een rustige tuin, waar we een glaasje drinken van dit wijnhuis.

Terug op de boot leg ik Abaloontje vast aan de zijkant, i.v.m. de stroming hier. ‘s Nachts begint het echter hard te waaien uit het zuiden en dat is nou net de kant waarvandaan we geen beschutting hebben. Geen enkel weerbericht heeft dit voorspeld….. Blijft toch onvoorspelbaar hier in Galicië. Na wat zoekwerk kan ik één weermodel vinden die het wel juist heeft: “Arome”. Dat moeten we de komende dagen maar in de gaten blijven houden. Maar dat helpt nu niet. Er ontwikkelen zich irritante golven waardoor Abaloontje ligt te rukken en trekken aan de lijnen en ik ga m’n bed uit om het bootje een stukje uit het water te takelen met de spinnakerval. Best wel ff gedoe. In het vervolg kan ik dat beter direct uit voorzorg doen. 

‘s Ochtends is het bewolkt en kil, en nog onduidelijk wat de wind gaat doen. We blijven lang in bed en nadat de lucht is opgeklaard verkennen we Isla Toja en O Grove. Het zijn vakantieplaatsen. Isla Toja ziet er luxe uit (de kleine marina heeft ook navenant prijzen), O Grove is niet bijzonder mooi. Verder lopend vinden we praia Porto Meloxo, een klein vissersdorp met een leuk familiestrandje. De strandwachten (vixiancia) zijn een paar dames op leeftijd, die op een strandstoeltje onder een parasol zitten.

Ria de Pontevedra

Bij het opstaan direct al een lekker zonnetje. Volgens Arome komt er vanaf 1 uur wind, dus we doen het lekker rustig aan. Bootje aan boord. En jawel om 1 uur gaat het waaien uit de voorspelde richting. We kruisen tegenstroom tussen de marinefarms, dat is ook weer eens wat anders. Lekker om alles zeilend te kunnen doen. Het is heerlijk weer. We zeilen vlak langs eiland Ons, ik ben benieuwd of het leuk is om hier één van de komende dagen voor anker te gaan (het is een beschermd gebied en ik moet er dan een anker permit voor aanvragen, het benodigde navigatie permit heb ik al). Ons valt het tegen, het ziet er kaal uit en de ankerplek is alleen goed bij westelijke wind. We zeilen door, de Ria Pontevedra in. Volgens de pilot is deze ria wat meer “ontwikkeld”. Dat is engels understatement voor veel vakantiebebouwing en drukte. Het ziet er allemaal een stuk drukker uit dan Ria de Arousa, de stranden liggen vol en de jetski’s zijn van ver te horen. Praia de Agra schijnt wel een leuk baaitje te zijn. Daar aangekomen kan dat wel kloppen in rustiger tijden, nu liggen er teveel boten. Dus we zeilen door naar Combarro, waar we achter de haven ankeren. Morgenochtend vroeg het historische stadje in, vóór de toeristenhausse.

Foto’s

1 Reactie

  1. Paul:
    26 juli 2022
    Gaaf! Gaat gelukkig allemaal relatief voorspoedig. Leuke, sportieve verhalen en mooie foto's.