Cantabria, Asturias, Galicia tot A Coruña

10 juli 2022 - A Coruña, Spanje

De pinxtos worden pinchos, de sidreria’s verschijnen en maken in Ribadeo plaats voor churerria’s en daarna zijn het weer gewoon cervezerias (ja een terrasje pakken blijft fijn). De havenplaatsjes hebben allemaal hun eigen karakteristieke ligging en sfeer. De Picos de Europa verschijnen (althans mistig) en verdwijnen. Het weer is regelmatig miezerig, soms een regendag, maar er zitten ook mooie dagen tussen. Kortom best veranderlijk.

Wat niet veranderd…, is de deining dwars op de boot. We “drinken op het ritme van de golven” tijdens het varen. Anders gaat de koffie over onze kleren…. En veel op de motor. Pas in de buurt van Gijon begint het wat te waaien (dat schijnt het normale patroon te zijn). Wind uit het oosten, dus vanaf daar zeilen we grotendeels voor de wind met bulletalie en fokkeboom. Hoewel, regelmatig klappen de zeilen door te weinig wind. En ook als we ruim varen moet ik de giek goed vastzetten.

Na Bilbao gaan we eerst naar Laredo / Santona. Volgens reviews op Navily kan je daar prima voor anker liggen achter de “zandtong” van Laredo in de buurt van de jachtclub of ter hoogte van het Plaza de Torres van Santona (waar jawel, een  arena is voor stierengevechten). Bij de laatste ligt echter een vrachtschip en is dicht op de vaargeul, dus we ankeren achter de “zandtong”. We zijn de enige boot die voor anker ligt in deze best grote baai en liggen er heerlijk rustig. 

Bootje te water (gaat dit keer iets soepeler) en motortje erop, want het is best een stukkie varen naar Santona, waar waarschinlijk de best aanlegmogelijkheid is. Ik hoop dat het bb-motortje het doet. 

Ik heb het bb-motortje in Loctudy gecontroleerd, gesmeerd en nieuwe bougie erin. Er zat nog inmiddels 2 jaar oude benzine in (ja, lui…), die hopelijk niet is gaan “gommen”. Ik heb er een additief bijgedaan die de levensduur van de benzine moet verlengen. Het leek me ook handig om de impeller te vervangen. De oude zit er al 14 jaar in en het fabrieks-advies is om hem elk jaar te vervangen… Geen idee waar dat ding zit. Uit een tekening, gevonden op internet, leid ik af dat hij in de staart zit achter de schroef. Ik die eraf gehaald. Plenst alle olie uit het staartstuk en blijkt de impeller daar niet te zitten. Enfin, ook de olie in het staartstuk ververst…., maar de impeller niet.

Gelukkig, één keer aan het startkoord trekken en hij loopt. En er komt ook koelwater uit. Super, dat vervangen van die impeller stel ik nog even uit.

Wij naar de kant. Waar kunnen we aanleggen? De drijvende steigers komen uit op een dichte deur, dus dat wordt hem niet. Dan maar naast de helling. Oei, stuurfoutje en we horen een bonk en geschraap onder het bootje. Dat is schade… Hmmm, een rubberboot is dan toch handiger. Later blijken er inderdaad een paar lelijke diepe krassen op de bodem te zitten, maar met plamuur en een lik verf is er nu niks meer van te zien. 

Santona lijkt op eerste gezicht een lelijk, saai plaatsje. Als we doorlopen zien we toch een paar aardige pleinen en drinken we wat op een terrasje. Het is ook niet te missen dat ze hier van de ansjovis zijn. Op iedere straathoek verkopen ze de bekroonde, beste of nog betere. Steeds een ander merk uiteraard. Ansjovis schijnt in Spanje een delicatesse te zijn.

De volgende dag maken we een fijne wandeling naar de Faro, door een bos met mystieke wezens (althans volgens de beschrijving). Maar ik zie helaas geen bosnimf, of het zou Karin zijn. Wel mooi groen bemoste stenen en bomen.

Terug kopen we heerlijke gebakjes bij een luxe pasteleria. Aan boord het bootje weer uit het water. Nog steeds lastig, we moeten nog meer oefenen….. We hebben de borrel weer verdiend ;).

Volgende stop “Santander Beach”. We hebben geen zin om de drukke stad te bezoeken en ankeren in een baaitje vlak achter Isla de Torre. Mooi gelegen. Is wel naast de vaarroute, dus af en toe rollers. Onze buurman komt een praatje maken. Hij blijkt al 6 keer op de Azoren te zijn geweest en volgens hem is het zijn favariete vaargebied. We kijken er naar uit.

We weten nog niet welke haven we hierna aandoen. San Vicente de la Barquera (ca. 30 mijl), Llanes, Ribadesella of helemaal doorvaren naar Gijon (ca. 85 mijl). 

De eerste schijn je, als er al plek is, alleen aan een tros te kunnen liggen tussen boeien, en volgens reviews zien ze je liever gaan dan komen. Over Llanes zijn er verschillende berichten. Er zou  plaats zijn voor max. 4 bezoekers van max. 8 meter, er zou al dan niet een drempel zijn in de ingang tussen de sluisdeuren. Ribadesella zou gevaarlijk binnenkomen zijn bij flinke deining uit het noorden en moet je alleen binnenlopen tussen 2 uur voor en na hoogwater. We besluiten vroeg op te staan en onderweg te besluiten. Motor aan, anker op en gaan.

Vicente slaan we over. Ribadesella zouden we niet op tijd aankomen, dus we proberen Llanes en als dat niks is dan door naar Gijon. Eerst maar eens bellen. Ik vind nummers in de Reeds Almanac, op hun website en in de Navily app. Geen van allen worden beantwoord… dan maar het toeristenburo. Die weten niet of er plek is en zeggen dat we maar moeten komen kijken. Vlak voor hoogwater zijn we er, dus dat is mooi aan de veilige kant. Allemaal diep zat, minimale diepte in de aanloop -1 m bij LAT. De diepte verandert volgens de meter niet tussen de sluisdeuren, dus geen ondiepe drempel. Direct links zien we een 16 meter lange steiger. Iemand roept ons en wijst naar die steiger. We mogen daar liggen. Blijkt de bezoekerssteiger te zijn. We liggen er vorstelijk en het is diep zat (- 1,70 m bij LAT en het laagwater is nu + 1 meter). 

Later komt er wel iemand naast ons liggen, die moet, helaas voor hen, slalommen tussen onze was die we aan dek te drogen hebben gehangen. We hebben namelijk direct maar een wasserette opgezocht voor de behoorlijke stapel witte en bonte was . Daar ontmoeten we Jan Bakker die de Camino del Norte loopt. Later komt hij nog even gezellig aan boord en krijgen we een button die een mooi plaatsje krijgt op ons prikbord. 

Llanes is een prachtig gelegen, gezellig en druk bezocht plaatsje met veel historie. Bovendien ligt het niet ver van de Picos de Europa (pieken tot 2600 meter) en dat komt goed uit want daar willen we graag gaan wandelen. Daarvoor moeten we wel weer een auto huren, maar dat blijkt hier bij een plaatselijk verhuurbedrijf een stuk relaxter dan in Bilbao bij Avis/Budgetcars.

Het is geen mooi weer, aan de kust de hele dag miezer, maar bij de Picos blijft het grotendeels droog. We kiezen de Ruta del Cares. Net zoals honderdduizenden bezoekers per jaar, maar nu is het vrij rustig. Het is een pad van 12 km lang, wat we ook weer terug moeten lopen. Hoogteverschil valt mee, want het is begin 20e eeuw aangelegd samen met een waterkanaal  dat geleidelijk afdaalt van Cain naar Poncebos, waar wij starten. Eerst een stuk klimmen met mooie uitzichten in de kloof. Het pad is voor een groot deel uitgehakt in de rotswand: aan de ene kant rots, aan de andere de steile afgrond. Ik passeer een vrouw die zich koortsachtig langs de wand beweegt. Niet zo’n handig pad met hoogtevrees…. De kloof wordt steeds smaller en is indrukwekkend diep/hoog. Onderweg ons boterhammetje gegeten, eigenlijk jammer want in Cain zit een prima restaurantje, waar we een kop koffie drinken. Dat leek me  beter dan de liter bier die een Engelsman, van een wandelgroep, snel achterover sloeg. Op de weg terug komen we hem weer tegen. Het leek wel of hij de weg kwijt was, maar er is toch maar 1 pad….. Omdat het pad nu omlaag gaat, neem ik grote stappen en wacht ik in Poncebos op Karin met een fles Sidra, waar ik al wel vast aan ben begonnen (tsja, ik had dorst).

Na drie nachten in Llanes gaan we weer verder. De deining is minder en er is wat wind uit het oosten, dus we gaan naar Ribadesella. De havenaanloop is erg bijzonder. Tussen de kademuur en het strand door. Ik kan me goed voorstellen dat er hier gevaarlijke brekers kunnen staan. Nu is het rustig, en we varen probleemloos de erg leuk gelegen marina in, waar de drie (!) havenmeesters al klaar staan om te helpen afmeren aan de langssteiger. Wel jammer dat ze al hard trekken aan de voorlijn voordat de boot stil ligt, waardoor de achterkant van de boot juist wegdraait van de steiger….. Dat maken we meer mee. Het is goed bedoeld, maar het helpt niet…

Het lijkt hier erg geschikt voor een fietstochtje, dus (voor het eerst deze reis) de fietsjes opgediept. Op de steiger ook een stel met fietsjes. Ook Nederlanders uiteraard. Gezellig gekletst, zij gaan met de Quadrifoglio de komende maanden naar de Med en nemen langs de kust wat grotere stappen dan wij. Het is weer een pittig fiets- (en heuvel op vaak wandel-) tochtje. Mooi gelegen gehuchtjes, allemaal prachtig verzorgd, in een wijds groen en glooiend landschap met daarachter hogere heuvels. Al lang bewoond ook, gezien de oude rotstekeningen daar. Bijzonder is de lange natuurlijke grot waar een weg doorheen kronkelt. Teruggekomen, lekker douchen en een pilsje. ‘s Nachts waait het overigens flink, dwars op de boot. Er ligt een boot tegen ons aan gedrukt en de stootwillen piepen. Dat is niet het ergste. Er is een besloten feestje op de kade voor “socios” wat om middernacht afloopt en ze hebben bedacht dat het leuk is om het na middernacht open te stellen (voor anderhalve man en een paardekop), en harde muziek te draaien. En niet tot 1 uur, maar tot half zes. En de wekker gaat om 6 uur want we gaan met hoogwater weg, om richting Ribadeo te zeilen. Uitgerust zijn we niet…. Misschien is het mogelijk om te stoppen in Cudillero, er schijnen wel mogelijkheden te zijn om daar te liggen, maar de beschrijvingen zijn niet duidelijk.

Het is regenachtig weer, maar hoera, we kunnen een stukje zeilen. De aanloop naar de haven in Cudillero is smal en verborgen tussen pier en rotsen. De haven zelf is verrassend ruim, er liggen wat vissersboten tegen de kade en aan meerboeien en er liggen genoeg vrije gele boeitjes, waarvan het de bedoeling is dat je er één oppikt en dan de lijn die eraan zit, voor en achter vastmaakt. Prima. Wel lastig dat de enige andere passant dat niet heeft begrepen en dwarsligt (een echte Fransman). Bootje weer het water in en naar de kant geroeid, er ligt een handige steiger waar we aan land gaan. Het plaatsje is prachtig om te zien. Een ansichtkaart, “Picture Perfect”. Dat is het dan ook, verder is het 1 groot terras voor de massa toeristen en de Camino-wandelaars, die hier komen en er is niks te doen. Nou ja, dat is onze mening, misschien gekleurd door de grauwe dag. Bootje weer aan dek gehesen en de volgende ochtend vertrekken we weer.

We hebben een ankerplekje uitgezocht vlak na Ribadeo, in de eerste Ria in Galicia. Eerst onder de 30 meter hoge brug door en de marina en kade voorbij. De diepte zou hier - 2,4 m zijn bij LAT. Dat treffen we echter niet aan. Het is eerder - 1,40. Nu is de waterstand bij het huidige laagwater wel +1, maar het is krap. Toch maar anker laten vallen. We liggen er rustig met een mooi uitzicht en maken het avondeten klaar. Wel steeds een ongeruste blik op de dieptemeter… We draaien om het anker en daar wordt het ondieper, als het laagwater wordt zouden we hier toch vast komen te zitten. Dan maar weer anker op en naar de marina, want andere goede ankerplekken zijn er niet. De volgende dag het stadje verkent dat zich voor laat staan op de mooie villa’s die naar Zuid Amerika geëmigreerde en daarna teruggekeerde Spanjaarden (“Indiano’s”) hebben laten bouwen begin 20e eeuw. Helaas vergane glorie. Jammer dat er kennelijk geen geld is om die huizen in goede staat te brengen (Galicia lijkt wat minder welvarend dan de vorige provincies). Ondanks dat, is het toch leuk om ze te zien. En de cafe con leche wordt hier geserveerd met churros. Dat gaat er best in.

Door naar de volgende ria: Viveiro. We ankeren voor het strand. Ruimte zat en we zijn de enige. Verder ziet het er niet super aantrekkelijk uit en de volgende ochtend gaan we verder naar Cedeira.

Erg leuk daar. Ook hier voldoende ruimte om te ankeren. Met het bijbootje meren we bij een helling af. Een korte wandeling naar een kasteelruine en een oud saunacomplex. Verrassend. Het plaatsje zelf is okay. We maken een wandeling naar een Faro, met mooie gezichten op de baai. Het is behoorlijk warm vandaag en we lopen door een eucalyptusbos. Het lijkt wel of ik de eucalyptus kan proeven. Die kaarsrechte Eucalyptusbomen schijnen wel erg vuurgevaarlijk te zijn, maar gelukkig regent het hier ook vaak. Er zijn ook een paar leuke rotsstrandjes en op de terugweg willen we gaan zwemmen. Maar eerst knipt Karin m’n haren vlakbij het strand op een stoeltje van de strandwachten. Moet ook een keer. De nieuwe tondeuse doet het prima…. Ik knap er erg van op….(?) Dat zwemmen gaat tot kniediep en daarna zijn we al voldoende afgekoeld ondanks de hitte. Brrrrrr wat is dat water koud. Daarna bij de rivier een wijntje met olijven en chips van het huis. Da’s beter. Terug aan boord begint het als een dolle te waaien. Windkracht 7 met uitschieters naar 40 knoop. Volgens de pilot is dit een bekend verschijnsel hier, de heuvels versterken de wind. De golven nemen ook toe, en het bijbootje danst en zwiert enorm op en neer en heen en weer. De Abalone zelf zwiert ook nogal, maar het anker houdt en wij kruipen in de kajuit en kijken een aflevering Montalbano. Later zie ik dat de klauw om de ankerketting is verbogen door het geweld.

En dan… de Ria(‘s) bij A Coruña. Het einde van de noordkust. We ankeren in een mooi baaitje vlak achter het fort San Felipe dat al eeuwen de ingang naar Ferrol bewaakt (Ferrol is niet zo pittoresk maar dat zie je daarvandaan niet). Het fort Is voldoende afschrikwekkend, want er schijnt nooit een aanval vanaf zee te zijn geweest daar. Het is prachtig met allerlei niveaus, hoeken, doorgangen en doorkijkjes (en gratis te bezoeken).

De volgende dag varen we op de motor naar A Coruña. Bij de haveningang worden we verwelkomd door een hoop heen en weer varende boten en onder luid getoeter, en gezwaai van de mensen aan de kant, varen we naar de marina. Blijkt toch niet voor òns te zijn. De 4 master Juan Sebastián Elcano vertrekt net… Prachtig gezicht. Ik ben hier al eerder geweest, het blijft een leuke stad, de marina is mooi gelegen en we ontdekken weer verrassende nieuwe leuke plekjes. Het weer is ook verrassend, ondanks goede voorspellingen trekt het ‘s middags dicht met nevel en koelt het flink af. Ik ga met het fietsje op pad om popnagels te vinden. Het scharnier van het openslaande raam in het windscherm is los gekomen, misschien omdat ik regen-lekkage heb proberen te verhelpen door er een extra rubber strip tussen te plakken. Pombo heeft de juiste popnagels. Volgende probleem is om de oude popnagels te kunnen vervangen, want daarvoor moeten eerst de rvs bouten eruit en die zitten vast in het aluminium. Voorlopig laten we het raam dicht.

De noordkust van Spanje zit er op. Leuk om hier geweest te zijn. Een mooie rotsachtige kust waar nog weinig pleziervaart is (behalve de vele kleine privé vissersbootjes). Gezellige vissersdorpen, en bergen in het achterland. Mooie wandelingen. De Camino del Norte hebben we kleine delen van gewandeld, maar een groot deel gevaren. Het enige minpuntje is dat het er niet zo veel waait, althans zeker in het deel tot Gijon (en die …deining uit de verkeerde richting….). 

We varen verder naar het einde van de wereld: Fisterra aan de Costa da Morte

Foto’s